In een hol onder de grond woonde een hobbit. Geen naar, smerig, nat hol, vol endjes wormen en een bedompte geur, maar ook geen droog, kaal, zanderig 1hol met niets om op te zitten of te eten: het was een hobbithol en dat betekent gemak.
Meer lezenfs fdq fdsq fdsq fdqs fdsq fdqs
fdsq fdqs fdsq fdsq fdsq fqs fdsq
In een hol onder de grond woonde een hobbit. Geen naar, smerig, nat hol, vol endjes wormen en een bedompte geur, maar ook geen droog, kaal, zanderig hol met niets om op te zitten of te eten: het was een hobbithol en dat betekent gemak.
Het had een volmaakt ronde deur als een patrijspoort, groen geschilderd, met een glimmende geelkoperen knop precies in het midden. De deur kwam uit op een buisvormige hal, als een tunnel: een bijzonder gerieflijke tunnel, met gelambriseerde muren en betegelde, met tapijten bedekte vloeren, voorzien van geboende stoelen, en een heleboel knoppen om hoeden jassen aan op te hangen — de hobbit was dol op visite.